Deel 8

Vorige Voorpagina Hoger Volgende
 

KERMIS EN PROCESSIE IN HOEILAART.

Elk jaar was er twee keer kermis in Hoeilaart: de zomerkermis en de winterkermis. Deze laatste werd in het leven geroepen ter ere van Sint-Clemens, de patroonheilige van de parochie. Zijn naamfeest valt op 23 november. Hoe, waarom en door wie deze man patroon van onze parochie werd, blijft een raadsel. Onder verschillende Clemensen is er, volgens Maurice Joly, overleden onderwijzer, één die wellicht een grote kans maakt dat Hij degene was die onze patroonheilige werd: Clemens, Romein die paus werd, in zee verdronk en patroon is van de metselaars en de meubelmakers. Waarom Hoeilaart voor Hem koos, zal wel een open vraag blijven.

Bij de zomerkermissen hoorden ontegensprekelijk de processies die het hoogtepunt vormden. Quasi heel het dorp nam er aan deel. Bij de voorbereidingen kunnen we ons niet voorstellen wat een werk dit vroeg om de groepen klaar te stomen en om alles ordentelijk te laten verlopen. Hierbij waren onze zusters wel de echte steunpilaren die zorgden voor de uitbouw van de stoet. Zij deden dat met liefde en toewijding en leverden de mooist geklede groepen.

De meisjes stalen de show. Zij waren, klein en groot, allemaal in het wit, sommigen als engeltjes gekleed met vleugels op de rug. De enen droegen een schaap, anderen bloemen. Sterke mannen droegen zware heiligenbeelden. Sommige waren zo zwaar dat ze bij de rustpauze op een tafel dienden neergezet, want optillen van de grond was niet mogelijk. Een groep jongens, gekleed als echte pages, werd smadelijk “de kalotten” genoemd naar de pruiken die voor hen ieder jaar werden gehuurd door Leo Daemen. Zij droegen elk ook een rond schildje met zich mee.

Onder leiding van Albert Joly kwam een nieuwe groep (KAJ)tot stand die in de processie een houten afbeelding van de kapel van Welriekende meetorsten. De groep van de pompiers stapte heel regelmatig in de tred en vormde met hun donkerblauwe kostuums een mooie eenheid in de processie.

De laatste groep was samengesteld uit de leden van de bond van het Heilig Hart. Mijnheer Pastoor droeg de monstrans en stapte onder een baldakijn, die gedragen werd door leden van de bond die allemaal een brandende fakkel droegen.

Na de hoogmis schoven de groepen in mekaar. Aan het hoofd van de processie stapte de vaandeldrager gevolgd door één van de twee harmonieën. De andere sloot de processie af. Langs het parcours waren versieringen aangebracht. De mensen strooiden rijtjes zand of bloemblaadjes op de straat. Het H.Hartbeeld en brandende kaarsen werden in de deur of voor het venster geplaatst. Hier en daar stond zelfs een heus altaar. Onderweg werd tweemaal gestopt om de priester toe te laten de zegening uit te spreken.

Het was een gelegenheid voor iedereen om een echt feest op te zetten, en naast het katholieke geloof ook de dorpse en familiale samenhorigheid tot uiting te laten komen. Het was een mooie traditie die jammerlijk genoeg is verdwenen na 1966.

In 1988 ging er nog een sterk verkorte processie uit ter gelegenheid van de inhuldiging van de pas gerestaureerde kapel van het gemeentehuis. Pastoor Roger Nuyts droeg bij deze gelegenheid een Eucharistieviering op aan de kapel.

Inleiding Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 Deel 5 Deel 6 Deel 7 Deel 8 Deel 9 Deel 10 Deel 11 Deel 12 Deel 13